Innovatieve technieken bieden duurzame oplossingen 
Schade aan inboedel en gebouwen hoeft niet langer te betekenen dat onderdelen volledig vervangen moeten worden. Dankzij moderne technieken kunnen beschadigde aanrechtbladen onzichtbaar worden hersteld, tegels selectief vervangen en houten vloeren gerepareerd zonder volledig vernieuwd te worden. Toch wordt hier in de praktijk nog te weinig gebruik van gemaakt.

Harry Filon, bestuursvoorzitter van Stichting Duurzaam, ziet wel positieve ontwikkelingen. “Duurzaam schadeherstel is geen loze belofte meer. We merken dat er bij bedrijven een intrinsieke motivatie groeit om daadwerkelijk duurzamer te werken.”  De stichting certificeert herstelbedrijven met het 'GroenGedaan'-label, wat de transitie naar duurzaam herstel moet versnellen.

Particuliere verzekerde blijft achter
Hoewel bedrijven vanwege de CSRD-richtlijnen duurzaamheid steeds vaker integreren in hun schadeprocessen, is de particuliere markt nog terughoudend. Petra Paarlberg, Teamleider Schade Materieel bij Turien en Co., bevestigt dit: “We zien dat klanten de duurzame optie accepteren als die wordt aangeboden, maar ze vragen er nog nauwelijks zelf om. We doen echt zendelingenwerk.”

Toch zijn er steeds meer mogelijkheden. Reparatie in plaats van vervanging gebeurt vooral bij inboedelschades vaker, bijvoorbeeld bij banken met kaarsvetvlekken of houten vloeren met kleine beschadigingen. Als sporen van schade zichtbaar blijven, kunnen verzekeraars zelfs een vergoeding bieden voor waardevermindering.

Druk vanuit verzekeraars en regelgeving
Sinds 2010 heeft de verzekeringssector duurzaamheid steeds serieuzer genomen. Er ontstonden herstelnetwerken gericht op duurzaam schadeherstel, en in 2023 werd een belangrijke stap gezet. Het Verbond van Verzekeraars, het NIVRE en brancheorganisatie Schoonmakend Nederland ondertekenden een manifest waarin ze afspraken dat duurzaam herstel de norm moet worden. Pilots die CO2-besparing meten, lopen al en tegen eind 2024 moet duurzaam herstel breed geaccepteerd zijn.

Nationale-Nederlanden is een van de verzekeraars die fors inzet op een eigen duurzaam herstelnetwerk. “Tijdens de overstromingen in Limburg zijn we hiermee gestart,” vertelt Nienke ten Hagen, Sustainability Lead Schade Intermediair. “Het grote voordeel is snelheid en volledige ontzorging van klanten. We nemen het hele proces uit handen, van schadeopname tot herstel.”

Kosten en perceptie als knelpunten
Ondanks de technologische vooruitgang en inspanningen van verzekeraars blijft duurzaam herstel voor veel consumenten een onbekend terrein. Ruud Klabbers, accountmanager bij schademanagementbedrijf CED, signaleert weerstand: “Mensen denken nog te vaak dat duurzaam herstel betekent dat ze tweedehands spullen krijgen.” Daarnaast is de verwachting dat duurzaam herstel goedkoper is, wat niet altijd het geval is. Door de lage acceptatiegraad zijn er nog te weinig leveranciers, waardoor de kosten relatief hoog blijven.

Ook het transport van circulair materiaal speelt een rol. “Een glaszetter heeft normaal honderd vierkante meter nieuw glas bij zich, maar bij circulair glas is dat slechts 25 vierkante meter,” rekent Filon voor. “Dat leidt tot extra transportkosten. Daarom starten we met verzekeraars een pilot waarbij zij deze meerkosten tijdelijk dekken.”

Consensus over duurzaam schadeherstel ontbreekt
Een andere uitdaging is het gebrek aan eenduidigheid over wat duurzaam schadeherstel precies inhoudt. Petra Paarlberg stelt dat particulieren soms zelf een schade kunnen repareren met restmaterialen, wat duurzamer is dan een hersteller inschakelen. Klabbers en Filon betwisten dit: “Als een particulier milieuonvriendelijke verf gebruikt, dan is dat niet per se duurzaam.”

Wat wél breed wordt erkend, is dat verzekeraars een leidende rol moeten spelen. Paarlberg: “Duurzaam herstel zou in de polisvoorwaarden moeten worden vastgelegd. Nu weet de klant bij het afsluiten van zijn verzekering nog niet welke duurzame opties er zijn.” Klabbers vult aan: “Verzekeraars moeten sterker sturen op herstel in natura in plaats van financiële schadevergoedingen. Alleen zo kan de markt echt veranderen.”

Volgens Filon ligt de sleutel bij volledige ontzorging. “De gemiddelde verzekerde wil gewoon dat zijn schade opgelost wordt. Hoe mooi zou het zijn als de verzekeraar direct regelt dat dit op de meest duurzame manier gebeurt?”

De toekomst: duurzame schadeafhandeling als norm
Om duurzaam schadeherstel gemeengoed te maken, moeten verzekeraars duidelijke kaders scheppen en proactief sturen op de juiste herstelmethoden. Alleen zo kan de sector de kloof tussen intentie en praktijk dichten en zorgen voor een duurzamere toekomst in schadeherstel.

Guis & Partners | Maart 2025